Interview met Herman van Veen
Op zaterdag 20 en zondag 21 april staat Herman van Veen weer op de bühne van Theater De Oranjerie. Niet voor de 600ste keer zoals eerder dit jaar in Carré het geval was. Maar toch is Herman van Veen een vaste gast en komt hij vrijwel altijd voor in onze programmering. Voor zijn nieuwste voorstelling gingen we met hem in gesprek.
U staat dit jaar zestig jaar op de planken. Kunt u wat meer vertellen over ‘verjaardags’voorstelling?
Het wordt vrolijk. We komen met verhalen, liedjes, muziek, merkwaardige terzijdes, vergissingen en gasten. Zal het honderd uit zingen, speel altijd wel viool, dans wat ik dansen kan. Word in Venray in ieder geval begeleid door mijn vrienden en collega’s Edith Leerkes, Kees Dijkstra, Jannemien Cnossen en de net afgestudeerde Lieke Meijers.
U heeft het vermogen om verschillende kunstvormen te combineren. Waar ligt deze keer het accent?
Vooral op de zanger, maar zeker ook de violist. Met het ouder worden schep ik er meer en meer genoegen in te kunnen fiedelen. Mijn dansen moet gezien worden als een eigenaardige vorm van vallen.
Hoe belangrijk is de interactie met het publiek?
Het publiek heeft een grote invloed op het gebeuren. Elke dag is onvoorspelbaar. De verschillen zijn markant. Een woensdagavondpubliek is veel ingetogener dan het zaterdagavondpubliek. Op matinees zitten er vaak ook veel kinderen in de zaal die door hun spontaniteit een voorstelling mede kunnen sturen. Vind het enig als mensen van tevoren om hun lievelingsverhalen of liedjes vragen. Doe dan wat ik kan.
Waar komen ideeën vandaan? Hoe komt u aan die inspiratie?
Ben vooral nieuwsgierig. Wil begrijpen. Met een beetje mazzel zit er in elk antwoord wel een nieuwe vraag verscholen. Ben altijd wel bezig vormen te zoeken. Kan ik of moet ik met dit gegeven iets op het toneel? Of is het meer een gedicht? Misschien moet ik dit schilderen? Op één of andere manier komt er altijd heel natuurlijk een antwoord. Soms denk ik wel, misschien is dat wat ik niet snap, dat hetgeen mij deskundig maakt, word je niet gevormd door je talent maar door je onvermogen.
U bent o.a. woordkunstenaar, dichter, componist en bespeelt verschillende instrumenten. Is de viool uw favoriete instrument
Heb zang- viool- en muziekpedagogie gestudeerd aan het Utrechts Conservatorium. Drie vakken, omdat ik ook toen al niet wist wat ik het leukste vond. Het wisselt, soms los ik het met zingen op en dan weer word ik door mijn viool gered. Mijn mazzel is dat ik een keuze heb.
U treedt op in Theater de Oranjerie: wat betekent dit theater voor u? Is het gewoon een van de vele theaters in Nederland, of is er toch iets van een speciale band met deze zaal, het publiek of Roermond in het bijzonder?
Ik weet niet hoe vaak we al in Roermond waren. Kom hier sinds mijn tweeëntwintigste elke twee, drie jaar wel een keer voorbij. Over een paar weken sta ik weer op deze plek in mijn hemelblauwe bloes. Niet op Beatles-laarsjes, maar op verende schoenen tegen het slijten.
Ken Roermond niet erg goed. Heb mij voorgenomen ooit als ik niet meer zing hier op mijn gemak terug te komen om te kijken waar ik was, naar het Munsterplein, de Sint Christoffelkathedraal, het Historiehuis, te slenteren langs de Roerkade, de Maasplassen of in Nationaal Park De Meinweg. Of het er ooit van komt?
Hoe ziet u het liefst dat de mensen na uw optreden naar huis gaan? Met stof tot nadenken (mijmerend dus), of met een glimlach?
Ik kies voor dat met die glimlach. Ook vind ik het mooi als mensen soms na onze voorstelling hun jas, autosleutels, of paraplu vergeten.
Tot slot: Kunt u zich een leven zonder werk voorstellen?
Nee.
En dan waar houdt u van?
Ik hou van Johann Sebastiaan Bach, Pergolesi, Schubert, The Beatles, Amy Winehouse, fluit met van alles mee. Lees heel wat af. De kranten, veel gedichten weer en weer mensen als: Judith Herzberg, Anne Vegter, Toon Tellegen, Ramsey Nasr, Luuk Gruwez. Als kind verslond ik Jules Verne, verzamelde stripboeken, sprookjes, Astrid Lindgren, Roald Dahl. Toen ik ouder werd ontdekte ik, na Simone Signoret, Paul Sartre en tijdgenoten, vooral ook Marguerite Yourcenar. Haar Hermetisch zwart heb ik meerdere keren gelezen. Las en lees met veel plezier en interesse het werk van John le Carré, Arnon Grunberg, Midas Dekkers. Ben een soort alleslezer. Wij hebben thuis een reuze, of schrijf je reuzen boekenkast?
Volg het voetbal op de voet, ben FC Utrecht- en Feyenoord-fan. Elke zomer zit ik met mijn standen voor de tv inzake de Tour de France. Ook naar atletiek mag ik graag kijken.
Van de schilders ben ik, los van onze oude meesters, het meest onder de indruk van James Ensor. In mijn nieuwe boek wijd ik een hoofdstuk aan zijn werk De lampenist. Je vindt me vaak in kerken, galeries, musea. Het reizen, door mijn vak, maakt dat eenvoudig.
Ben een ijverige tuinman, gespecialiseerd in maaien en eindeloos kijken naar wat er bloeit en groeit, twittert en kwispelt. Van kinds af aan eet ik De Ruijter muisjes bij het ontbijt naast een vijf-minuten-eitje. Na een voorstelling mag ik voor het slapen graag een oude zachte whisky drinken. Als ik niet kan slapen, denk ik aan die mooie plekken waar ik was, dan komt Klaas Vaak vanzelf.
De voorstelling op zaterdag 20 april is al bijna uitverkocht! Wees er snel bij.